rundertartaar |
Tartaar, een vorm van gehakte biefstuk, is afgeleid van de naam van het Mongoolse volk de Tataren (zonder r dus). Volgens de legende reed dit volk met lappen vlees onder hun zadel om het mals te maken. Het was een steppenvolk, dat afhankelijk was van paarden. In de 10e-14e eeuw waren ze de heersers over een groot rijk, dat zich uitstrekte van Mongoli‰ tot aan de Oekra‹ne. Of de Tataren ooit iets met gehakte biefstuk hebben gedaan is niet bekend. De 'r' is toegevoegd vanwege een naamsverwarring met Tartarus, een benaming uit de Griekse en Romeinse mythologie voor de onderwereld. De naamsverwarring vond al plaats in de middeleeuwen, zowel voor het volk, als voor het gerecht. Bron : Sanders, E. : Geoniemen Woordenboek. Nijgh en Van Ditmar, Amsterdam, 1995, 269 blz. ISBN 90 388 6760 3. |