Kroepoek is er in vele soorten, maten en vormen. In Indonesie komen wel 30 verschillende soorten voor. Bij ons zijn de meest bekende soorten:
Kroepoek Oedang gemaakt van meel en garnalen.
Kroepoek Palembang gemaakt van meel en vis
Kroepoek Emping gemaakt van de belindjoevrucht.
Kroepoek wordt meestal in gedroogde vorm verkocht zodat de houdbaarheid vij lang is. Het bakken van deze kroepoek is vrij eenvoudig indien de volgende basisregels in acht genomen worden:
Zorg dat de kroepoek zeer droog is als met bakken begonnen wordt. Als dit niet zo is dan zet de kroepoek niet volledig uit, zodat harde stukjes voorkomen. Een goede manier om kroepoek te drogen is het uitspreiden van de kroepoek op een bord of schaal en deze boven op een verwarming of (niet te hete) kachel te plaatsen.
Doe een laag olie van circa 3 cm. in een ruime pan. Maak de olie heet zonder dat deze gaat walmen.
Controleer met een klein stukje kroepoek de juiste temperatuur. De kroepoek moet na enkele seconden uitzetten tot 2 a 3 maal de oorspronkelijke omvang. Als de olie te heet is dan zal de buitenkant al bruin verkleuren terijl de binnenzijde nog niet geheel is uitgezet. Als de olie niet heet genoeg is dan duurt het proces te lang en neemt de kroepoek te veel olie op.
Doe vervolgens een of enkele stukken kroepoek in de olie. Hou met een pollepel het stuk ondergedompeld en strijk met een tweede pollepel het uitzettende stuk kroepoek glad. Tijdens het uitzetten krult de kroepoek meestal op. Door het stuk om te draaien kan de nog elastische kroepoek met de pollepel zo glad mogelijk gemaakt worden.
Haal de kroepoek uit de olie voordat het begint te verkleuren.
Eenmaal uit de olie wordt de kroepoek bros en knapperig.
Bewaar eenmaal gebakken kroepoek in een goed afsluitbare trommel of plastic zak. Het is dan nog enkele dagen houdbaar. In de handel is ook reeds voorgebakken kroepoek verkrijgbaar.